Spiritualiteit en leiderschap

Spiritualiteit en leiderschap worden in de huidige tijd niet altijd aan elkaar gelinkt. Voor iedereen die rationeel is ingesteld klinkt het misschien zelfs behoorlijk zweverig. Maar tot aan de periode die we de Verlichting noemen was spiritualiteit ingebed in de samenleving, in leiderschap en in geneeskunde. Is het tijd om deze verbinding tussen spiritualiteit en leiderschap te herstellen, of is hij eigenlijk nooit weg geweest? En wie zijn dat, de leiders van nu?

Ik neem je in deel I mee naar tijden waarin spiritueel leiderschap vanzelfsprekend was en geef enkele oorzaken van de ontkoppeling van spiritualiteit en leiderschap. In deel II zien we hoe een paar wereldberoemde wetenschappers door hun spirituele beleving een impuls gaven aan vernieuwing. En in deel III krijg je een kijkje in de relatie tussen spiritualiteit en leiderschap in de huidige tijd.

Bestaat spiritueel leiderschap?
Ik begin even heel technisch, met een verheldering van de woorden ‘spiritualiteit’ en ‘religie’. Spiritualiteit is afgeleid van het Latijnse woord ‘spiritus’ wat zowel ‘adem’ als ‘geest’ of ‘ziel’ betekent. Je kan je adem, geest en ziel en dus spiritualiteit leren ervaren als je je naar binnen keert. Dat blijkt in de praktijk nog niet zo eenvoudig. Het vraagt stilte en bewuste aandacht voor lichaam en geest om in contact te komen met je diepere lagen.

Maar heb je dat een beetje door dan krijg je een bonus. Dan ontstaat ook langzaamaan inzicht in het geheel, dus hoe jij verbonden bent met anderen, de wereld en ‘het Al’. Spiritualiteit is in dit opzicht een vorm van religie. Het woord religie is afkomstig van het Latijnse ‘religare’ en kan worden begrepen als ‘her-verbinden’ of ‘verbinden’: je kan je verbinden met jezelf, met iets/iemand anders en met ‘het Andere’. Via spiritualiteit en religie, ervaren respectievelijk verbinden, kun je dus een andere dimensie van het leven leren kennen.

Wat heeft dit nu met leiderschap te maken?

Inwijdingsmysterie, een weg van persoonlijke ontwikkeling
Duizenden jaren geleden werkten priesters/priesteressen en bestuurders niet alleen nauw samen, maar volgden zij ook dezelfde weg van persoonlijke ontwikkeling. Deze ontwikkelingsweg werd ook wel inwijdingsmysterie genoemd. Inwijding vanwege een ‘stappenplan’ om toe te treden tot een bepaalde gemeenschap en tot een bepaalde staat van zijn. ‘Mysterie’ omdat de te nemen stappen en de symboliek er omheen lange tijd strikt geheim waren.

Zouden deze inwijdingsmysteriën sleutels in zich dragen voor het leiderschap van nu? Ik duik er meteen middenin. We zijn inmiddels duizenden jaren terug in de tijd. Men vereerde op vele manieren allerlei soorten goden. Iedereen deed daaraan mee. Er bestond niet zoiets als een atheïst. En naast de rituelen die men gezamenlijk uitoefende, bestond er ook een persoonlijke ontwikkelingsweg die alles te maken had met verbinden en herverbinden. Stamoudsten, farao’s, priesters, priesteressen en later keizers, koningen en andere mensen van aanzien gaven elkaar deze verbindingswijsheid door, die afstamde van hun verre voorouders. Dit deden ze alleen mondeling.

Paranormale leiders en zelf-reiniging
Een belangrijk onderdeel van de oude inwijdingswegen is dat men los kwam van persoonlijke negatieve egokrachten en zich leerde te verbinden met zijn ziel en ‘het hogere’. Dit houdt onder meer in dat deze stamoudsten, priesters en koningen leerden te ervaren voorbij de normale zintuiglijke ervaringen. Dit noemde men paranormaal, voorbij (Latijn: para) de normale zintuiglijke ervaringen. Men ging helder zien en/of helder weten, contacten ervaren met iets dat zij als ‘het heilige’ aan duidden, kreeg eenheidservaringen en betekenisvolle dromen. Maar om zover te komen was een jarenlange weg van innerlijke reiniging noodzakelijk. Een weg tot meer bewustzijn die intensief werd begeleid.

Het is niet zo dat de mensen die dit pad bewandelden allemaal rond gingen zweven. Door de zorgvuldige jarenlange beoefening werden de buiten-zintuiglijke ervaringen (dus de nieuwe, niet met de zintuigen opgedane ervaringen) een gecontroleerd onderdeel van het leven en werk. Dat betekende dat deze mensen werkzaam waren in hoge functies en hun leiderschap daarnaast met extra vaardigheden en wijsheid verdiepten.

Egyptische godenzonen 
Uit de geschiedenis blijkt dat deze innerlijke ontwikkeling essentieel was bij het besturen van een land. Bijvoorbeeld in de tijd van het oude Egypte, waar farao’s in samenspraak met priesters en priesteressen regeerden. De farao werd bij zijn troonsbestijging tot een Zoon van God. Dit vereiste jaren van voorbereiding, die in die regio onder meer bestond uit het reinigen van ziel en geest. Daarnaast moest de farao (in spé) zich de eigenschappen, namen en wezenskenmerken van de goden eigen maken.

Ook in de Bijbel worden boodschappen van profeten en zieners gevonden als leidraad voor reiniging, verandering en aansturing. Voor ingewijden was steeds duidelijk dat zowel het Oude als het Nieuwe Testament kan worden gelezen als een weg van inwijding. Daarbij blijkt met name Jezus van Nazareth een gids voor een wijs en betekenisvol leven.

De Bijbel als boek van inwijding
Er volgde rond het jaar 0 een enorme omslag in de geschiedenis, omdat Jezus de voordien strikt geheime inwijdingskennis -de doodstraf stond op bekendmaking- bekend maakte. Omdat er een enorme kloof bestond tussen de ‘wetenden’ en de ‘niet wetenden’ ging er een wereld voor de mensen open toen hij met zijn verhalen de boer op ging. Mensen raakten geïnspireerd. Werden aangeraakt van binnenuit. Dat meer mensen levens- en spirituele wijsheid ontwikkelden had voor de machthebbers van kerk en staat als negatief effect dat deze mensen meer autonomie verwierven en dus minder makkelijk te beïnvloeden en onderdrukken waren.

Nu liep het ook weer niet heel snel storm met de verandering. Want de nieuwe informatie was voor de mensen zó anders dan wat ze tot die tijd hadden gehoord, dat maar weinigen deze kennis daadwerkelijk konden doorgronden. Zelfs de apostelen hadden er moeite mee. Daarom staat er in de diverse evangeliën -waaronder de apocryfe Bijbelboeken- regelmatig na een uitspraak van Jezus “wie oren heeft die hore’. Dat betekent dus niet dat er maar een paar mensen oren hadden, maar dat pas helder werd wat hij bedoelde, als je de symboliek achter de tekst kon begrijpen.

Een indrukwekkende verschuiving in de geschiedenis van de inwijding dus! Bastiaan Baan schrijft op een toegankelijke manier over de geschiedenis van inwijding en de diverse te ontdekken perioden daarin. En mijn scriptiebegeleider en historicus Jacob Slavenburg schreef vele boeken over bovenstaand onderwerp, waaronder een zeer uitgebreide Reis langs de mysteriën.

Deel II

In deel I van dit drieluik bleek dat spiritualiteit en leiderschap duizenden jaren vervlochten waren en dat Jezus van Nazareth geheime kennis hierover openbaar maakte. Wat veranderde er daarna? En wat hebben Newton en Einstein hiermee te maken?

De verdwenen Bijbelboeken
Jezus van Nazareth spoorde mensen aan om tot zelfinzicht te komen, hun hart te zuiveren en hun relatie tot God en de kosmos te verkennen. Zijn leerweg is nog maar gedeeltelijk te vinden in het Nieuwe Testament en vertoont grote overeenkomsten met de inwijdingsmysteriën van de stamoudsten, koningen, farao’s en priesters waarover ik in deel I sprak.

In het jaar 325 verenigden de Romeinen en oorspronkelijke christenen zich. Dit werd de Room(ein)s-Katholieke kerk. Tijdens het Concilie van Nicea in dat jaar werden door de aanwezigen afspraken gemaakt over de goddelijkheid van Jezus en zijn status als zoon van God. Ook werd bepaald welke boeken in de Bijbel zouden worden opgenomen. Diverse boeken die de innerlijke weg van bewustwording bevatten zoals Jezus die had geleerd, werden niet opgenomen. Dit zijn bijvoorbeeld het Evangelie van Thomas, het Evangelie volgens Maria Magdalena en het Geheime Boek van Johannes.

Mensen die anders dachten dan de daar overeengekomen standpunten werden vervloekt, vervolgd als ‘ketters’ en verbrand. Het overkwam onder meer duizenden Katharen in Zuid-Frankrijk, die om hun afwijkende kijk op God en mens werden vermoord. Lange tijd bleef dit in de doofpot, maar inmiddels heeft Paus Franciscus namens de katholieke kerk excuses gemaakt voor de afslachtingen die plaatsvonden met volmacht van zijn voorganger Paus Innocentius III.

De ‘verbannen’ Bijbelboeken verdwenen uit angst voor vervolging honderden jaren van het toneel. Pas in 1945 werden enkele daarvan in een woestijn in het Egypische Nag Hammadi weer gevonden in een kruik. Een historisch zeer belangrijke vondst. Professor dr. G. Quispel (1916-2006), hoogleraar kerkgeschiedenis in Utrecht, Leuven en Harvard, was er vanaf het begin bij. Hij schreef vele boeken over de indrukwekkende inhoud ervan en over de rode draad van universele wijsheid die door de geschiedenis van de mensheid loopt.

Geheime genootschappen en mystici
Waar kerk en staat elkaar in 325 in Nicea vonden, werden zij in de Middeleeuwen steeds meer rivalen vanwege hun gedeelde interesse in macht en geld. De kerk functioneerde toen nog als voorloper van onze huidige zieken- en armenzorg en deed daarmee goed werk. Maar de aflatenhandel tierde welig en trok de kerk verder weg bij de innerlijke beleving.

Het besluit van 325 had ook impact op de persoonlijke ontwikkeling van de bestuurders. Want hoe verhield de mysteriekennis over lichaam, geest en ziel zich tegenover de mainstream religie? Op kleine schaal werd nog informatie gedeeld. In besloten genootschappen tussen koningen, keizers en andere notabelen. Er werden geleerden met uiteenlopende meningen uitgenodigd aan hoven en bij rijke families om geestelijke groei te stimuleren en geïnspireerd te raken.

Ook bestonden er zogenoemde mystici, die spirituele ervaringen hadden en deelden. Zij werden min of meer getolereerd. De mystici waren meestal geen geleerden, maar schrijvers en/of mensen met een religieus leven. Zij spraken over diepgaand contact met God en noemden hun belevingen bijvoorbeeld ‘godsgeboorte in de ziel’ (Meester Eckhart) of ‘eenwording met Christus’ (Hadewijch). De mystici inspireerden mensen om hen heen en vertelden hoe zij hun leegte van binnen konden vullen, nu staat en kerk daaraan steeds minder bijdroegen. Er ontstond een andere vorm van spiritueel leiderschap.

Newton, de laatste magiër
De Renaissance (welk woord letterlijk ‘wedergeboorte’ betekent), grofweg de tijd tussen de veertiende en zeventiende eeuw, is een tijd waarin notabelen en kunstenaars hernieuwde interesse kregen in de bronteksten van de Bijbel en de klassieke oudheid. Als reactie hierop leidden de dogma’s van de kerk, die vaak ook de houding van de vorsten bepaalden, tot steeds meer verzet en een kerkscheuring.

Mensen raakten weer geïnspireerd en waren op zoek naar vernieuwing en verandering. Dit leidde vanaf ongeveer de achttiende eeuw tot een sterke ontwikkeling van ratio en materie en tot veel nieuwe ontdekkingen waarvan wij nu nog de vruchten plukken. Deze tijd wordt nu aangeduid als de Verlichting. Het leidde ertoe dat zaken als gevoel, intuïtie en mysterie steeds vaker als niet bestaand afgedaan. Men verwachtte binnen afzienbare tijd zoveel kennis te hebben dat alle geheimen van de wereld bekend en onder controle waren. Er ontstonden nieuwe wetenschapsgebieden die steeds minder in verbinding stonden met elkaar. Angst voor vervolging werd angst voor uitsluiting. Angst die tot op heden voelbaar is. Toch bleken enkele knappe koppen nog gebruik te maken van hoofd én hart.

In die tijd droegen onder meer de Vrijmetselaars en de Rozenkruisers de wijsheden van de mysteriescholen en het vroegste christendom over. Daarbij waren ook groten der aarde aanwezig, maar nooit openbaar. Van natuurkundige Isaac Newton, van de wetten van Newton, is bekend -aldus o.a. Michael White Isaac Newton The Last Sorcerer- dat hij het grootste deel van zijn leven wijdde aan (spirituele) alchemie, de chronologie van de bijbel, profetieën en het ontrafelen van de leer van Hermes Trismegistus. Deze laatste wordt door professor Quispel in relatie gebracht met de leringen van Jezus van Nazareth.

Ook van Albert Einstein, vaak gezien als de slimste mens op aarde, wordt gezegd dat hij zijn wetenschap baseerde op intuïtieve ervaringen. Zeker is dat hij een spiritueel, filosofisch en religieus ervaringsdeskundige was. Einstein stelt zelfs dat iedereen die de ervaring van het mysterieuze mist zo niet dood, dan op zijn minst blind is. Ik schreef eerder over de indrukwekkende ‘Gelaubensbekenntnis’ die Einstein in dit kader publiceerde.

De geheimen van de ziel, Jung en Steiner
In de vorige eeuw waren er meer wetenschappers met interesse in de mysteriën van het leven en de geheimen van de ziel. Net als nu leden er in die tijd heel veel mensen aan stress en andere klachten. Psychiater en psycholoog prof. dr. Carl Gustav Jung (1875-1961) en dr. Rudolf Steiner (1861-1925) werden immens populair met hun geneesmethoden die uitgingen van de diepere lagen van ons mens zijn. De heren behandelden hun patiënten en cliënten met methoden die wij herkennen uit… de mysteriescholen. Het woord psychologie, begin vorige eeuw de jongste telg van de wetenschap, betekent dan ook niets meer of minder dan ‘kennis van de ziel’.

Jung analyseerde de ziel via uitingen van het onbewuste zoals die voorkomen in o.a. dromen, visioenen, betekenisvolle toevalligheden (synchroniciteit) en tekeningen. De patiënt of cliënt kreeg daarmee inzicht in wat zich afspeelt in de diepere lagen van zijn of haar geest en dus ook in wat hen weer gezond kon maken. Rationeel nadenken helpt je maar tot een heel beperkt niveau, omdat je geest allerlei mechanismen kent waarmee je jezelf voor de gek houdt.

Jung zelf had bizarre dromen, een bijna-dood ervaring en diverse religieuze ervaringen. Juist die ervaringen gaven hem de instrumenten om het onbewuste als systeem te doorgronden. Zijn (auto)biografie Herinneringen, Dromen, Gedachten geeft een mooi inzicht in zijn indrukwekkende levensverhaal en werk. Hij was ook betrokken bij de vondst van de verdwenen Bijbelboeken in 1945.

Zijn tijdgenoot Steiner is onder meer de grondlegger van de vrije scholen, de biodynamische landbouw, de verzorgingsproducten van Weleda en de antroposofische geneeskunde. Hij ontleende deze vernieuwende gedachten aan de beleving van buitenzintuiglijke ervaringen, die hij geesteswetenschap en antroposofie noemde. Steiner droeg in circa 6000 voordrachten en heel veel boeken uit hoe een weg naar binnen kan worden gegaan en wat het belang daarvan is. Niet alleen voor de individuele mens, maar ook voor de ontwikkeling van de hele mensheid. Steiner inspireerde miljoenen mensen met zijn ideeën op het gebied van geneeskunde, landbouw, onderwijs en verzorging.

In deel III zal ik iets vertellen over de maatschappelijke ontwikkelingen in de laatste decennia en over hoe de eeuwenoude inzichten in een nieuw jasje bij steeds meer mensen weer onderdeel uitmaken van hun leven.

Deel III

Spirituele ontwikkeling was duizenden jaren onderdeel van het traditionele ‘voorbereidingspakket’ van leiders. Deze geheime kennis werd openbaar gemaakt door Jezus van Nazareth, zodat iedereen meer zelfinzicht kon krijgen en zich innerlijk kon ontwikkelen in verbinding met het hogere. De samenwerking tussen de oorspronkelijke christelijke kerk en de Romeinen sinds 325 doofde deze inspirerende verandering in het Westen steeds meer uit. Levenskunst en symbolisch bewustzijn veranderden in dogma’s en door de opkomende wetenschap legden gevoel, intuïtie en verbeelding het af tegen het verstand. Niet iedereen ging in deze stroom mee en dat zorgde voor innovatie en het voortbestaan van innerlijke ontwikkeling. Newton, Einstein, Jung en Steiner zijn voorbeelden van vernieuwers die werden geïnspireerd door oude wijsheid. In het laatste deel van dit drieluik zien we hoe de oude wijsheid tegenwoordig weer door velen wordt herontdekt.

Globalisering en spiritualiteit
Einstein zei eens “Wetenschap zonder religie is kreupel. Religie zonder wetenschap is blind.” De superwetenschapper pleitte voor een samensmelting van wetenschap en religie, hoofd en hart, verstand en gevoel. Een mix van de wijsheid van voor de Verlichting, toen bijbelstudie en meditatie, magie, plantkunde, alchemie, astrologie en filosofie nog hand in hand gingen om levenswijsheid en gezondheid te vergroten. Aangevuld door de rationaliteit van na de Verlichting om structuur aan te brengen en strategische keuzes te maken. Is deze balans tussen hoofd en hart de laatste decennia ook daadwerkelijk hersteld? We gaan eens kijken.

Na de Tweede Wereldoorlog namen ontkerkelijking, informatisering, globalisering en individualisering toe. In het kort betekent dit dat er minder mensen naar een kerk gaan, dat er meer kennis beschikbaar is, dat mensen en bedrijven elkaar overal ter wereld weten te vinden en dat mensen gemiddeld meer contacten hebben, maar minder diepgaand. Men weet daardoor meer, is zelfstandiger en het welvaartsniveau is gestegen. Maar de andere kant van deze medaille is onder meer dat het respect voor anderen (waaronder kerk en overheid) is afgenomen, dat mensen met zingevingsvragen niet meer worden opgevangen binnen vertrouwde verbanden, dat stress, depressie, eenzaamheid en welvaartsziekten miljoenen in de greep houden en dat we de aarde uitputten.

Innovatie van onderop
Deze veranderingen houden gelijke tred met een hernieuwde belangstelling voor spirituele ontwikkeling. Dit keer niet van bovenaf door bestuurders en kerkelijk leiders en ook niet door een enkeling beleefd zoals in genootschappen, door mystici en enkele topwetenschappers, maar in de breedte, bottom-up. In de tijd van wederopbouw begon het met flower power en new age bewegingen, waarin vrijheid werd verkend en men zich wilde losmaken van systemen, crises, angst, onzekerheid en controle. Oosterse religieuze ideeën werden naar het Westen gehaald en ervaringen met drugs, meditatie en seances werden gedeeld.

De laatste jaren krijgt spiritualiteit, voortbouwend op deze bevrijding, een andere invulling. Het aantal fora waar mensen spirituele ervaringen delen zoals bijna-doodervaringen, engelencontact, eenheidsbelevingen, Christuservaringen, visoenen, betekenisvolle dromen en helderziendheid neemt zienderogen toe. De hoeveelheid boeken over spirituele ontwikkeling groeit explosief.

Het besef dringt door dat zogenaamd Oosterse ideeën als karma, meditatie en reïncarnatie helemaal niet zo nieuw zijn en ook ten grondslag liggen aan onze Westerse geschiedenis. Dat deze universele wijsheid onderdeel was van de innerlijke weg die onze bestuurlijke en geestelijke leiders vroeger gingen, die door mystici en in genootschappen gedeeld werd en waarmee diverse wetenschappers nog in verbinding stonden. Door de opkomst van internet en sociale media wordt deze kennis nu wereldwijd gedeeld. In kerken is zij helaas nauwelijks nog te vinden. Door de reguliere geneeskunde en in het onderwijs is de holistische blik nog weinig doorgedrongen. Maar door het failliet van deze systemen, met als resultaat dat meer dan 1 miljoen mensen in Nederland alleen al antidepressiva gebruiken, ligt verandering en vernieuwing in het verschiet.

De innerlijke weg
Ter afsluiting van dit drieluik ga nu een poging wagen om de kennis van mysteriescholen, de oorspronkelijke ideeën van Jezus, Oosterse wijsheid, geheime genootschappen en mystieke belevingen samen te vatten in twee regels. Lastig? Nee. Bijna onmogelijk? Yep. Maar daar gaat ie.

Neem de betekenis van de woorden ‘spiritualiteit’ en ‘religie’ letterlijk: ervaar je adem en ziel, maak verbinding. Maak contact met de aarde, de hemel, je lijf en je hart. Ervaar stilte. Wat er is. Liefde. Dankbaarheid.

Ja duhh denk je nu misschien. Dat is te simpel! Dat kan toch niet alles zijn? Probeer het maar eens een tijdje. Maak tijd om dagelijks 5 minuten je adem te volgen en een paar keer per dag 15 seconden te ervaren dat je ‘in je lijf zit’. Dan voel je vanzelf een nieuw soort verbinding ontstaan. Ik zag het terug bij mensen op hun sterfbed, bij mensen met burn-outs en kanker en bij kinderen met ADHD. Het is mogelijk voor leiders zonder tijd en voor iedereen die op zoek is naar zelfinzicht en meer bewustzijn. Een paar minuten geeft al zoveel ruimte. Wie weet wat er zou gebeuren als kinderen deze ervaringswijsheid thuis en op school al mee zouden krijgen. De wereld zou er anders uit gaan zien.

Weerstand en innovatie
Maar er zou best weerstand tegen deze ontwikkeling kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld vanuit de farmaceutische industrie, de advocatuur, vanuit de grootste bedrijven en vanuit polariserende politieke partijen. Want de zorgvraag zal afnemen en zich richten op de betekenis van signalen van lichaam en geest in plaats van op medicatie. Er zullen minder echtscheidingen, agressie en conflicten ontstaan omdat mensen meer in verbinding staan met zichzelf. Omdat ze onverwerkt verdriet herkennen, verwerken en zich beter kunnen inleven in een ander. De innovatie zal versnellen omdat de angst voor uitsluiting plaats zal maken voor waardering voor out of the box denken. En partijen die respect en duurzaamheid nastreven zullen aan achterban winnen. Want als je de verbinding met jezelf hebt hervonden, weet je dat je een onlosmakelijk onderdeel bent van het geheel. Je wilt dan net zo goed voor een ander en de aarde zorgen als voor jezelf.

Mmm iemand zei daar iets over 2000 jaar terug… ‘Heb je naaste lief als je zelf’. Het zou best eens kunnen dat we daarvoor moeten beginnen met het tweede deel van de zin. Bij je zelf. Heb je zelf lief. Maar wat is jouw zelf? Ga het onderzoeken met een open geest. Via je ademhaling. Via uitdrukkingen van je lijf. Via de manieren waarop jij contact maakt met je zelf, anderen en je inspiratiebronnen. Kijk daarbij liefdevol naar jezelf, ook als je minder goede kanten tegen komt. Die heeft namelijk iedereen.

Klaar voor de start?!
In deze tijd starten velen hun persoonlijke zoektocht. Zij groeien in persoonlijk leiderschap, waar eerder in de geschiedenis sprake was van spiritueel bestuurlijk leiderschap en individueel leiderschap. Zou er een vierde fase komen, die deze inzichten integreert, waarin de verbinding met jezelf, anderen en het Andere en het aanvoeldende, het intuïtieve tot uitdrukking komt: invoelend leiderschap? Er kan een nieuwe wereld open gaan.

Er zijn gunstige voortekenen. Bijvoorbeeld toen Einstein zei: “De intuïtieve geest is een godsgeschenk, het rationele verstand een dienaar. We hebben een maatschappij geschapen die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten.”. En Paus Franciscus, die in zijn kersttoespraak in 2014 sprak over “spirituele Alzheimer” binnen de kerk. Maar veranderingen ontstaan alleen bij voldoende sense of urgency. Is die er? Willen we echt minder polarisatie, meer gezonde mensen en behoudt van de aarde? Ook als we daar zelf iets voor moeten doen of laten. Zien wij de meerwaarde weer van onze intuïtieve geest?

Laten we het omdraaien. Wat hebben we te verliezen als we wat meer luisteren naar ons hart? Al begin je maar met een paar minuten per dag.

Angst is uit, open mind is in.