Een alternatief kerstverhaal

Verhaal over de geboorte van licht in je hart

Hij had in zijn leven wel vaker de neiging gehad om even te stoppen met nadenken. Vooral als hij ruzie kreeg omdat hij graag zijn zin wilde hebben. Maar nu zat hij alleen in de kou buiten. Hij verbaasde zich over de helderheid van de sterren en de weidsheid van het landschap. Ruwe stenen zag hij liggen. Afgesleten door de wind, die in deze tijd van het jaar vaak aantrok tot bijna orkaanachtige proporties. Het leek wel of hij de enige was die daar was. Zou het toeval zijn, dacht hij. Want juist nu, in deze kerstnacht, was het totaal windstil. Hij keek rond of er iemand was die hem zag. Maar alleen heel in de verte zag hij een lichtje. De omgeving was pikdonker. Zelfs bomen zag hij niet.

Toen ineens was het er. Een oogverblindend licht. In een flits was hij ondergedompeld. In, ja wat was het, een stralende massa. Jacob sloeg zijn handen voor zijn ogen en het voelde alsof hij zijn hele lijf wilde beschermen, zo fel en allesomvattend was het. Beelden schoten door zijn hoofd. Waarom had hij niet geluisterd naar zijn vrouw, dat hij niet alleen weg moest gaan. Nu overkwam hem dit. Even dacht hij dat hij niet meer kon ademen. Maar toen hij luttele seconden later als vanzelf een flinke teug lucht nam, voelde hij dat het goed was. “Wees niet bevreesd”, hoorde hij een heldere stem zeggen. Voorzichtig haalde hij zijn armen weg voor zijn gezicht en staarde naar een wezen dat zich nog het beste liet omschrijven als een wolk van licht. Maar naarmate hij wat beter kon zien ontdekte hij menselijke gelaatstrekken. “Wees niet bevreesd” sprak het wezen weer. Een bijzondere ervaring, want Jacob voelde deze woorden in zijn hart, hij hoorde ze niet met zijn oren.

Jezus! Was het enige dat in hem opkwam. Jezus! Het lichtwezen bleef nog even in zijn nabijheid en vertrok toen weer. En hoewel het maar heel even was geweest dat ze samen waren, wist hij dat zijn leven voorgoed was veranderd. Hij probeerde te lopen, maar het ging niet. Zijn benen voelden als aan de grond genageld. Nu het felle licht weg was, leek de duisternis nog donkerder. Zo alleen had hij zich nog nooit gevoeld. Zelfs het licht in de verte zag hij niet meer. En de sterren leken uitgedoofd. Was hij blind? Nee, o God nee, jammerde hij. Hij viel op zijn knieën op de grond en als vanzelf begon hij te bidden. Goede God luister naar mij, luister naar mij!! En toen merkte hij opeens iets heel vreemds. Hij voelde een diepe rust opkomen. Zijn angst en eenzaamheid maakten plaats voor liefde en vrede. Het was niet meer een God buiten hem tot wie hij zijn gebed richtte. Hij voelde zich verbonden met het goddelijke binnen in hem. De diepte van dit gevoel trof hem. Hoe kan ik, met al mijn angsten en onzekerheden, me nu zo verbonden voelen, dacht hij. Het antwoord kwam direct in hem op. Alsof de stem die hij zojuist buiten zichzelf had gehoord nu in hem woonde. “Jij bent het zelf Jacob. Je hebt jezelf herkend. Hier in de snijdende kou, waar niemand jou leek te zien was jij al die tijd al verbonden, maar je had het niet door.”

Jacob ademde diep in en uit. Hij had dat al miljoenen keren gedaan. Ademen. Maar nu deed hij het bewust. Hij voelde hoe dit hem goed deed. Hoe hij zich lichter voelde. En hoe de diepe rust veranderde in kracht. Een groot verlangen maakte zich van hem meester. Ik wil mijn liefde delen, dacht hij. Meteen hoorde hij de stem weer. “Je hoeft er alleen maar te zijn Jacob. Je bent wie je bent en dat is precies goed.” Hij merkte hoe bijzonder het was dat hij zo’n diepe rust ervoer en tegelijkertijd zoveel kracht had. Ik mag zijn wie ik ben, herhaalde hij. En hoewel zijn ogen gesloten waren, voelde hij zich opgenomen in zijn omgeving. Hij voelde het licht van binnen. Het leek hem schoon te spoelen en te vullen. Hij bleef lang zitten, maar toen een vleugje wind als een plagerige hand onder zijn kin streek stond hij op. Hij voelde zich herboren. Alsof er een kaarsje was opgestoken in zijn hart, dat altijd zou blijven branden. Waaraan hij zijn handen mocht warmen wanneer hij maar wilde. Door even de tijd te nemen om ernaar te kijken. Er even helemaal bij te zijn.

Een traan gleed over zijn wang. Hij voelde zich blij, verlost en rijk. Van binnen.