Crisis als kans – deel 2

Drieluik over levenskunst – Crisis als kans binnen groepen
We zitten met het gezin in de bioscoop en kijken de tekenfilm Trolls Wereldtour. De kleuren spatten van het doek af. De muziek is swingend en afwisselend. Daar worden de kids blij van. En het laat mij ook niet onberoerd. “Nee ik heb geen corona” denk ik verontschuldigend als onze voorbuurvrouw zich omdraait naar mijn gesnif. “Ik ben gewoon een emo-kijker…” en ik glimlach vriendelijk terug. Inspirerend hoe koningin Poppy alle trollen op haar planeet leert kennen en uiteindelijk samenbrengt. Net Carl Gustav Jung die de delen in zichzelf leert kennen, maar dan in de buitenwereld.

In dit tweede deel van Crisis als kans leg ik het leven van Jung naast de avonturen van koningin Poppy, een eeuwig optimistische tekenfilmheldin.

Er is meer
In deze film ontdekt koningin Poppy dat er andere trollenstammen naast haar eigen popmuziekvolk bestaan. Ieder met een eigen muzieksoort; van techno tot jodelmuziek, jazz en blues. Delen van haar wereld waar ze zich tot die tijd niet van bewust was, met elk een eigen geschiedenis. Een trol met boze intenties van een andere stam wil een ‘muzieksnaar’ van Poppy’s vrolijke poptrollenland stelen. Het bestaan van deze snaar werd tot dan toe goed verborgen gehouden door Poppy’s vader. En niet zonder reden… Elke snaar bezit een bijzondere kracht. Een soort magische bronenergie die verbonden is met het unieke muziekgeluid van elke stam en die ooit samen kwam in een mysterieuze gitaar.

De eigen wil maakt plaats
De muziektrol op strooptocht probeert alle trollen op de planeet te hypnotiseren met haar harde, donkere muziek. Haar doel is de eigen wil van de andere trollen over te nemen, zodat alleen háár muzieksoort blijft bestaan. In deze duistere trol zien we de zware emoties terug, die Jung overspoelden in zijn crisis. Na de diefstal van hun snaar staan de anders zo blije pop-trollen in de overlevingsstand. Hun zorgeloze leventje is voorbij. Ze doen er alles aan om de verloren snaar, symbool voor hun diepere lagen, te hervinden. Ze krijgen oog voor een hoger belang en volgen daardoor niet langer hun eigen wil, gericht op hun eigen behoeften. Net als Jung, toen hij ontdekte dat hij gehoor moest geven aan ‘iets hogers’.

Overlevingsstrategie in beeld
Dan blijkt een voorvader van de zonnige koningin Poppy niet zuiver op de graat te zijn geweest. In een ver verleden heeft hij ook geprobeerd om de andere stammen te onderwerpen aan zijn vrolijke muziek. Zijn actie was zelfs de aanleiding tot het splitsen van de snaren en het zorgvuldig verbergen daarvan onder de verschillende stammen. In de bioscoop krijgen we hier twee lesjes psychologie. We zien een splitsing van deelpersoonlijkheden -stammen- ontstaan als één van de delen gaat overheersen. En we zien dat een onderdrukte emotie -de snaar-stelende trol- uiteindelijk op een slinkse manier boven water komt en de macht wil grijpen. Elkaar zien en accepteren is dus het devies. Het was nooit de bedoeling dat de trollenstammen, de verschillende delen bij Jung, elkaar kwijt zouden raken en vergeten.

Het oude wordt vernietigd
Het snode plan van de zwartgallige trol mislukt uiteindelijk. De magische gitaar waarin de gestolen snaren verenigd zijn, ontploft. Het oude wordt vernietigd. Alle trollen staan er levenloos bij. De muziek verstilt. “Pfff, dit is ook wel even lekker” denk ik in de bios en in gedachten zie ik Jung een yoga-oefening doen… Is hun bron-energie, de kracht van de snaren, echt verdwenen? En hoe zit het met hun eigen kracht? Een moment van totale ontreddering en van verlies van hoop volgt bij de trollen en ze lijken zich nu in een oertoestand te bevinden. In het niets. Maar dan, in die stilte, als alles ‘woest en ledig’ is, horen ze opeens heel duidelijk hun eigen hart kloppen. Ze luisteren daarnaar. Het is een ritmisch geluid en ze verwonderen zich erover. Zoals bij het ontstaan van het universum wordt er ‘iets’ uit ‘niets’ gemaakt.

Alle delen worden één
Deze nieuwe kracht ontwikkelt zich verder, van binnenuit. Elke trol is rustig, beweegt harmonieus en laat zijn en haar unieke muziekgeluid horen. Alle verschillen die er eerder tussen de trollen bestonden, worden overbrugd. Zelfs de boze trol vindt aansluiting met de rest. Ze ziet in hoe gelijk de trollen eigenlijk allemaal zijn en hervindt de verbinding met zichzelf. Daardoor wordt haar trauma, afwijzing en eenzaamheid in haar jeugd, geheeld. Na hun strijd en de stressvolle zoektocht ontstaat vanuit hun eigen unieke hartbeat een swingende wereld voor de trollen, waarin iedereen zingt en danst. Samen blijken ze nog veel fijnere muziek te kunnen maken dan alleen. Ze genieten en stralen. Het is één grote liefdesexplosie, zoals dat hoort in ‘kinderfilms’…

Zoeken, vinden, helen, delen
Een kleine terugblik. Net als Jung in Deel 1 van Crisis als kans (her)vinden de trollen door een crisis de verbinding met zichzelf en met iets dat groter is dan zij. Zowel Jung als Poppy leren al hun delen kennen. Poppy in de buitenwereld, Jung in de binnenwereld. Na afsluiting van ‘het oude’ -de ontplofte gitaar, de gedode man in de droom bij Jung- komen ze allebei even stil te staan. Van daaruit vinden ze verbinding van binnenuit en accepteren ze alle delen van hun wereld. Ook de boosaardige, zwaarmoedige en andere delen. Want ze doorzien dat deze hun eigen geschiedenis hebben. Door hun zoektocht worden de trollen net als Jung een bron van licht voor anderen, voor elkaar. Dus onthoudt: of je nu de analytische psychologie bedenkt, mooie muziek gaat maken of iets anders doet wat vanuit je hart komt, als je jezelf heelt door jezelf volledig te accepteren, ontstaat er ook bij jou ruimte om je gaven met de wereld te delen. Zo kunnen we tegenstellingen overbruggen.

In het laatste deel van Crisis als kans leg ik uit waarom Jung zijn persoonlijke worstelingen pas na zijn dood wilde delen en wat de relatie is met verschillende crises binnen onze maatschappij.

Dit artikel is eind 2020 ook gepubliceerd op de website van de Academie voor Geesteswetenschappen, post-hbo opleidingen voor zelfontwikkeling & beroepspraktijk in de geestelijke gezondheidszorg.