‘Ik heb niks met God’

“Ja, moet u weten, ik heb niks met God hoor.” Regelmatig hoor ik deze zin als ik in gesprek ben met mensen die gaan overlijden of die juist graag dood willen. Om er dan vaak aan toe te voegen “nou, ik geloof wel dat er ‘iets’ is, maar ja, wat…”. Daarna volgt dan een gesprek over hoe mensen God zien en hoe ze aan dat beeld gekomen zijn. En dan wordt het interessant.

Wat weerhoudt mensen om houvast te kunnen vinden aan ‘iets’?
Sinds mensenheugenis was het een gegeven dat iets bestaat dat ‘God’ wordt genoemd. In alle werelddelen probeerden mensen de verbinding te versterken (religare, her-verbinden) met ‘iets hogers’, waarvan zij wisten dat zij er een onderdeel van waren. Het was geen kwestie van moeten, het was een kwestie van willen. Vanaf de tijd die de Verlichting wordt genoemd en de natuur op een systematische manier werd verkend, is daar heel langzaam verandering in gekomen. Doordat rationeel denken de overhand kreeg, kwam er steeds minder ruimte voor ervaren. En omdat dat ‘hogere’ of ‘andere’ onzichtbaar was kwam er steeds meer scepsis of het wel waar kon zijn. Tot circa 30 jaar terug was het desondanks heel normaal dat je naar een kerk ging.

Wat vertellen mensen mij over het verwateren van hun geloof?
In de eerste plaats dat ze er geen tijd meer voor maken of af en toe nog bidden. Ook de kerk is in de ban. Ex-katholieken spreken hun afschuw uit over het kindermisbruik binnen de kerk, betwijfelen de rol van de kerkleiders als tussenpersoon tussen God en mens en hekelen de gestolde rituelen. Hervormden missen in het algemeen de persoonlijke relatie met God of raken afgestompt door een negatieve grondtoon van preken, uitgaande van de zondigheid van de mens en het uitgangspunt dat Christus ooit nog moet komen, dus niet nu al hier is.

Daarnaast delen mensen dat ze niet (meer) kunnen geloven dat er een God bestaat, omdat er zoveel kwaad, rampspoed en ziekte in de wereld is. Anderen hebben weer een heel ander beeld: de mens is zelf verantwoordelijk, dus waarom zou ik iets buiten mezelf zoeken? Het letterlijk nemen van bijbelteksten, bepaalde wereldvreemdheid van voorgangers, dogma’s en een afwijzende houding binnen kerken tegenover andere religies en spirituele stromingen zijn andere afknappers.

Ruimte voor een nieuwe dimensie geeft kracht
‘Ik heb niks met God’ verandert tijdens een gesprek eigenlijk altijd in ‘ik heb niks met de kerk’ of ‘ik worstel met bepaalde overtuigingen’. Door belemmerende overtuigingen te verkennen, een nieuw, eigen, beeld te vormen van ‘iets’ en de relatie tussen jou en ‘iets’ te onderzoeken, kan het vertrouwen in ‘iets’ van onderop worden opgebouwd. Steeds weer zie ik hoe deze ruimte voor een nieuwe dimensie in hun leven mensen kracht geeft.