Omgaan met verlies

In de loop der jaren verzamelde ik informatie over hoe een rouwproces veelal verloopt en over de kenmerken van verlies en rouw. Veel van onderstaande informatie is ook van toepassing bij ander verlies dan de dood, zoals het einde van een relatie, met pensioen gaan, van baan verwisselen, het krijgen van lichamelijke beperkingen etc. Dit is een uitvoerig blogbericht over:

  • sterven en rouwen
  • kenmerken van rouw
  • fasen in rouwverwerking
  • problemen bij rouwverwerking
  • afwijkende gevoelens?
  • rouw en depressie
  • isolement
  • suïcide
  • kinderen en verlies
  • rituelen

Mocht je na het lezen behoefte hebben aan een gesprek, kom gerust langs.

Sterven en rouwen

Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 140.000 mensen. Dat is bijna één procent van de totale bevolking. Ongeveer 2.000 van hen zijn jonger dan 18 jaar en het aantal nabestaanden is een veelvoud hiervan. Alleen Nederland kent al zo’n 140.000 weduwnaars en omstreeks 630.000 weduwen van 60 jaar en ouder. Meer dan de helft van de vrouwen boven de 60 jaar blijft door het overlijden van hun partner alleen achter. Iedere overledene laat gemiddeld vijf directe nabestaanden na. Daardoor moeten jaarlijks dus zo’n 700.000 mensen leren leven met een verlies.

Sterven hoort bij het leven en rouwen ook. Maar elk overlijden is anders. En elk verdriet ook. Verdriet is de emotie die men als eerste met verlies associeert. Maar vaak is er sprake van een mix van emoties. Hieronder vallen ook gevoelens en gedachten waarvan iemand denkt dat hij zich ervoor moet schamen. Omdat ze niet ‘gepast’ zouden zijn bij rouw. Ik wijd daaraan een aparte paragraaf.

Rouwen bestaat in allerlei vormen en het rouwproces bestaat vaak uit diverse stadia van emoties. Het meest komen voor ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie en tot slot acceptatie. Soms is er sprake van chronische, uitgestelde of gecompliceerde rouw en wordt het iemand echt teveel. In deze gevallen wordt vaak professionele hulp gezocht.

Kenmerken van rouw

Rouw kun je omschrijven als alle reacties die optreden op lichamelijk, psychisch, emotioneel en gedragsmatig gebied als gevolg van een verlies. Dit kan het verlies zijn van iemand met wie een betekenisvolle relatie bestond, bijvoorbeeld een partner, kind of vriend(in). Maar het kan ook te maken hebben met iets dat niet is gebeurd, zoals een gemiste kans of het niet kunnen krijgen van kinderen. Ook kan iemand rouwen om iets dat je hebt en dat langzaam verdwijnt, zoals ouder worden (verlies van de jeugd) of bij een chronische of terminale ziekte.

Rouwen bestaat in allerlei vormen en het rouwproces bestaat vaak uit diverse stadia van emoties. Het meest komen voor ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie en tot slot acceptatie. Maar niet iedereen ervaart al deze stadia en ook niet in deze volgorde.

Als rouwsymptomen kunnen bijvoorbeeld worden genoemd:

  • lichamelijke symptomen: slaapproblemen, hyperactiviteit of lusteloosheid, energieverlies, verandering in eetlust, spanningshoofdpijn en soms dezelfde symptomen als de inmiddels overledene had.
  • emotionele symptomen: verdriet, agressie, pessimisme, eenzaamheid, angst, opluchting, schuldgevoelens, machteloosheid, rancune.
  • psychische symptomen: verwardheid, concentratieverlies, verminderde zelfwaardering, zelfmoordgedachten, gespannenheid.
  • gedragsmatige reacties: teruggetrokkenheid, isolement, uiten van emoties, zoekgedrag, geagiteerdheid.

Niet iedereen heeft al deze symptomen en als ze voorkomen is dat bij ieder mens weer in een andere mate. Het is hoe dan ook een ingrijpende periode in het leven.

Een rouwproces kan lang duren. Tekenen dat er voortgang bestaat in het rouwproces zijn:

  • men realiseert zich dat men al enkele uren niet meer aan het verlies of de overledene heeft gedacht
  • emoties als boosheid en verdriet zijn minder intens en komen minder vaak voor
  • men kan zich weer beter concentreren, bijvoorbeeld op een boek of gesprek
  • het eerdere activiteitenpatroon wordt hervat
  • men kan nieuwe relaties aangaan of opnieuw contact leggen met oude bekenden
  • men slaapt beter en hervindt de eetlust
  • resultaten op school of werk verbeteren
  • men kan af en toe weer lachen zonder schaamte of schuldgevoel
  • men leeft meer in het nu dan in het verleden.

Rouw is vaak een lang, soms levenslang proces van zoeken naar een betekenisvol leven zonder de naaste. Maar rouw biedt ook kansen voor groei op allerlei terreinen en het verwerken van oude pijn. Er kan voorzichtig een start ontstaan om te bouwen aan een nieuwe toekomst en het ervaren van nieuwe betekenisvolle verbindingen met jezelf en met anderen.

Fasen in rouwverwerking

Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004) was een arts en psychiater die bekendheid kreeg door haar werk met mensen in de laatste levensfase. Zij introduceerde het principe van het hospice in de Verenigde Staten en schreef diverse boeken over de dood en het rouwproces. Kübler-Ross zag vijf fasen bij een naderend verlies van het leven, die later algemeen toepasbaar bleken bij rouw:

  • ontkenning: in deze fase lijkt alles onwerkelijk en dringt nog niet goed door wat er aan de hand is of men wil het verlies niet erkennen. Ontkenning helpt om niet meer verdriet toe te laten dan we aankunnen.
  • woede: wanneer de waarheid doordringt ontstaat soms woede, die op van alles gericht kan zijn.
  • onderhandeling: bijvoorbeeld met God om te mogen blijven leven of om een geliefde te laten terug komen. Het brengt een beetje hoop en men ontsnapt even aan de pijn.
  • depressie of desorganisatie: de wanhoop slaat toe en iemand zoekt houvast of de afzondering.
  • acceptatie: het voortdurende gemis neemt af, of men accepteert dat men gaat sterven, vaak een periode van hernieuwde zingeving.

Bovenstaande fasen kunnen in allerlei volgorden voorkomen, zowel bij stervenden als bij nabestaanden. Iemand kan een fase overslaan, maar ook terugvallen of erin blijven hangen. Of een stervende zit al in de acceptatiefase, terwijl zijn of haar naasten nog in een andere fase zitten.

Een daaraan verwante indeling is rouwverwerking als actief proces, het doorlopen van zogenaamde ‘rouwtaken’ van de Amerikaanse psychiater J.W. Worden:

  • de werkelijkheid van het verlies onder ogen zien
  • de pijn van het verlies ervaren
  • het aanpassen aan het leven met het verlies
  • de draad weer oppakken.

Ook worden er wel rouwreacties of kenmerken van acute rouw onderscheiden. Eric Lindemann stelde in 1944 dat deze vaak optreden wanneer de rouwende bezig is zich aan te passen aan de omgeving zonder de overledene:

  • lichamelijke pijn en/of klachten
  • een preoccupatie met het beeld van de overledene
  • schuldgevoelens ten opzichte van de overledene en/of de omstandigheden van het overlijden
  • vijandige reacties
  • de onmogelijkheid om te functioneren zoals voor het verlies
  • in het eigen gedrag kenmerken van de overledene verwerken

Het (her)kennen van deze fasen en reacties kan een rouwende enige rust geven, omdat de ervaren emotie kennelijk een plaats heeft in een bepaald systeem dat eindigt met een nieuwe balans.

Problemen bij rouwverwerking

De meeste rouwprocessen zijn langdurig en intens. Wanneer na een jaar alle feestdagen en bijzondere dagen zonder de overledene of partner hebben plaats gevonden, bevinden veel rouwenden zich in een herstellende of acceptatiefase. Maar in circa 20% van de verlieservaringen is dit niet het geval. Of er problemen ontstaan bij een rouwproces hangt af van diverse factoren. De aanleiding, duur, intensiteit en het verloop. Verder is onder meer bepalend de relatie met de overledene, de leeftijd van overledene en/of de achterblijver, de omstandigheden bij het overlijden, de persoonlijkheid van de nabestaande, de sociale positie van de nabestaande, het al dan niet oprakelen van andere verlieservaringen, de steun van naasten en de culturele en/of religieuze gewoonten die de nabestaande kent.

In sommige gevallen vindt er rouwverwerking plaats die afwijkt van de ‘normale’ rouw -voor zover hiervan kan worden gesproken gezien de vele vormen die rouw kent-:

  • uitgestelde rouw: in de eerste periode wordt er niet gerouwd, bijvoorbeeld omdat werk of kinderen aandacht vragen, omdat men het niet gepast vindt om te rouwen of omdat de rouwende een kind is en het verlies pas later goed doordringt.
  • gesomatiseerde rouw: iemand kan lichamelijke klachten krijgen wanneer het rouwproces niet aan anderen wordt getoond, maar er wel emoties zijn. Bijvoorbeeld omdat iemand vindt dat hij/zij beter voor de overledene had moeten zorgen of er een onopgelost conflict was waarvan anderen niet op de hoogte waren.
  • gecompliceerde rouw: wanneer er sprake is van angststoornissen, depressie, misbruik van alcohol of andere drugs, emotionele, lichamelijke en psychische reacties zeer ernstig en/of langdurig zijn en deze iemand met een verlieservaring sterk in het sociaal en/of beroepsmatig functioneren beperken.

Afwijkende gevoelens?

Na een verlies komen soms gevoelens voor die men van zichzelf moeilijk te accepteren vindt, maar die ook bij een rouwproces horen. Voorbeelden zijn opluchting, schuldgevoel en rancune.

Een gevoel van opluchting komt vaker voor naarmate de overledene veel pijn leed. De opluchting is begrijpelijk, omdat niemand een dierbare graag ziet lijden. Momenten van verdriet en gemis wisselen zich dan af met momenten van opluchting. Maar ook in andere gevallen, wanneer het verzorgen of zelfs de nabijheid van de gestorvene de ander bijvoorbeeld tot een (te) zware last werd, kan men opluchting ervaren. Sommige mensen vinden omgaan met deze emotie lastig omdat ze van zichzelf vinden dat ze alles (hadden) moeten kunnen opbrengen. De vraag is dan hoeveel je van jezelf kan vragen.

De tijd net na een overlijden voelt soms anders dan verwacht. Het is vaak een periode van actie. Er moet veel geregeld worden en het verlies is nog niet helemaal tastbaar. Bovendien is men met andere geliefden en naasten bij elkaar. Het gemis landt vaak pas wanneer de stilte neerdaalt.

Veel mensen ervaren schuldgevoelens na een verlies. Hadden we niet dit of dat nog kunnen doen. Had ik dit niet nog kunnen zeggen. Was de ziekte niet te genezen geweest als we eerder naar een dokter waren gegaan? Had hij nu nog geleefd als ik hem niet alleen met de fiets had laten gaan? Had zij die hartaanval niet gekregen als ik had aangemoedigd om gezonder te eten en bewegen? Soms zitten schuldgevoelens diep verstopt onder andere emoties. Het is een vast onderdeel van de gesprekken. Ook omdat zij soms een belemmering vormen om tot het echte rouwproces te komen.

Rancune komt voor wanneer een relatie op enig moment verstoord is geweest. Het kan voorkomen dat er dan geen verdriet is, zoals na mishandeling, misbruik of wanneer een gestorven ouder op jonge leeftijd een gezin heeft verlaten. We gaan dan kijken of het mogelijk is om deze boosheid los te laten. Soms door een ritueel, vaak kijken we of vergeving mogelijk is en ook is het mogelijk de last die je van de overledene kreeg terug te geven. Het werken met familie-opstellingen kan in zo’n geval uitkomst bieden.

Rouw en depressie

Wanneer u een verlies aan het verwerken bent is neerslachtigheid heel normaal. Bij sommige mensen is de neerslachtigheid echter zo heftig dat gesproken kan worden van een depressie. Het onderscheid tussen neerslachtigheid en depressie is vaak lastig te maken. Er zijn milde, matige en ernstige vormen van depressie te onderscheiden, die worden bepaald door de duur en diepte van de gevoelens en gedragingen. Hieronder geef ik wat meer informatie over wat onder een depressie kan worden verstaan. Alleen een specialist zoals een huisarts, psychiater of psycholoog kan echter een diagnose stellen.

Uitgangspunt is dat u onder uw zware neerslachtigheid lijdt en dat u daarvan (ernstige) hinder ondervindt in uw dagelijks leven, zoals in uw werk en/of sociale leven. De belangrijkste symptomen die duiden op een depressieve periode bestaan uit één van de eerste twee en daarnaast tenminste vijf van de overige symptomen, gedurende meer dan twee weken:

  • vrijwel de hele dag neerslachtig en somber zijn, met bijvoorbeeld negatieve gedachten over zichzelf, het verleden en de toekomst
  • weinig interesse en plezier in bezigheden hebben, waarin men daarvoor wel plezier had, bijvoorbeeld in uitstapjes, hobby’s, sport, sociale activiteiten
  • gewichtsverlies door gebrek aan eetlust of juist een toename van gewicht door toename van eetlust
  • slaapproblemen, zoals moeite met inslapen of doorslapen of juist erg veel slapen
  • gejaagd, onrustig en angstig zijn of juist traag en geremd zijn waar men dat voorheen niet was
  • weinig energie en vitaliteit
  • gevoelens van waardeloosheid en schuldgevoelens
  • vermindering van concentratievermogen en besluiteloosheid
  • gevoelens van wanhoop en/of gedachten aan zelfmoord
  • tevens komen vaak voor:
    • verlies van seksueel verlangen
    • dwanggedachten
    • hypochondrie.

Het is verstandig om contact op te nemen met je huisarts wanneer je vermoedt dat er bij jou sprake is van een depressie. Er bestaan diverse manieren om met een depressie om te gaan. Deze variëren van het toepassen van mindfulness, het uitwerken van uw levensverhaal en het verminderen van suikerinname tot het innemen van anti-depressiva, het toepassen van cognitieve gedragstherapie, lichttherapie of het toedienen van elektroconvulsieve therapie (ECT).

Bij het verwerken van verdriet werk ik zelf met onder meer ontspanningsoefeningen en het delen van gevoelens, gedachten en overtuigingen. Mijn begeleiding richt zich op betekenis geven, niet op ‘ziek zijn’.

Isolement

Na een overlijden of een ander groot verlies als bijvoorbeeld een echtscheiding komt het regelmatig voor dat iemand zich geïsoleerd voelt of zelf het isolement opzoekt. Een verlies kan zo’n impact hebben dat sommige mensen het liefst de hele dag in bed willen blijven liggen. Enig isolement is normaal na een verlies. Een normale rouwperiode strekt zich vaak uit tot zeker een jaar, omdat dan alle feestdagen en bijzondere momenten een keer voorbij zijn gekomen zonder de overledene. Maar ook daarna kan het leven er voor de nabestaanden zo anders uit zien dat het sociale of werkleven niet meer wordt hervat als voorheen. Wanneer een isolement maanden voortduurt kan het goed zijn om bespreekbaar te maken hoe de rouwende hier zelf in staat en of hulp van een professional zou kunnen baten. Het kan ook zijn dat iemand zich prettig voelt wanneer hij meer op zichzelf is. Het gevoel van de rouwende zou daarbij uitgangspunt moeten zijn.

Wanneer er (kleine) kinderen zijn, dan lijkt een isolement niet mogelijk, maar daarin kan men zich vergissen. Een jonge weduwe of weduwnaar of iemand die net gescheiden is kan zich vol overgave op werk en de zorgtaak storten om zorg te bieden voor twee. Ook wanneer men onder de mensen is, is een daadwerkelijk diepgaand contact de eerste tijd sowieso vaak moeilijk. Omdat het voor anderen niet goed te begrijpen is hoe diep een verdriet mensen raakt en wat het met iemand doet. Bovendien is een jonge ouder soms zo moe dat voor sociale activiteiten geen fut meer over is. Soms komt men dan ook niet goed toe aan rouwen. Ook zich groot houden voor de kinderen speelt bij velen een rol. Wanneer dit aan de orde is en een probleem vormt, kunnen we op zoek gaan naar een manier om de emoties te uiten en het vinden van balans tussen het zorgen en het ondernemen van activiteiten die het leven zin en kleur geven.

Wanneer men gewend was om samen veel dingen te ondernemen dan laat de overledene of ex-partner niet alleen een leegte achter, maar ook een bepaalde rol die niet meer wordt vervuld. Deed de één bijvoorbeeld de financiële zaken, dan was de ander misschien degene die de voortrekkersrol had bij sociale gelegenheden. Als de ander wegvalt, dan heeft men niet alleen het zware verlies te dragen, maar is men soms ook gebaat om nieuwe vaardigheden aan te leren. En dat is geen gemakkelijke opgave. Vaak zijn er vrienden, ouders of kinderen om deze veranderingen mee te delen en u te ondersteunen. Wanneer dat niet zo is of wanneer u geen prater bent, dan biedt een consult soms uitkomst.

Suïcide

Suïcide, zelfdoding of zelfmoord blijkt in de praktijk een onderwerp waarover niet veel wordt gesproken. Het is ook lastig om woorden te vinden voor iemand die zelfdodingsgevoelens heeft of die daaraan een naaste heeft verloren. Zelfs voor een professional. Het is echter goed hierover te praten. Het spreekwoord ‘gedeelde smart is halve smart’ blijkt hier ook op te gaan en kan enige verlichting brengen in de immense ‘levenspijn’.

Wanneer een geliefde suïcide pleegt blijven veel nabestaanden met vragen zitten. Had ik iets kunnen doen om het te voorkomen? Waarom liet hij of zij ons achter? Ook mensen die een naaste verliezen kunnen zo vreselijk verdrietig zijn dat zij het gevoel hebben dat hun leven eigenlijk geen zin meer heeft. U kunt zich op dat moment niet voorstellen dat u uw leven ooit nog als zinvol zal ervaren.

Wanneer u zelf gedachten heeft om een einde aan uw leven te maken is het goed om dit met uw huisarts te bespreken of bel 113. Deze kan u dan doorverwijzen om te onderzoeken of en hoe uw leven opnieuw draaglijk kan worden en waar uw gedachten vandaan komen. Het delen van uw verdriet kan verlichting brengen. Daarnaast kunnen ontspanningsoefeningen, aanpassing van uw leefstijl en het onderzoeken van uw ideeën over de waarde van het leven u nieuwe inzichten en versterking opleveren.

Kinderen en verlies 

Een kind verliezen is waarschijnlijk het ergste wat een ouder kan overkomen. Veel ouders en vooral moeders die een kind verliezen hebben het gevoel dat ze zelf een beetje doodgaan. Het rouwproces is bij hen vaak heftiger en intenser dan bij een andere verlieservaring. Uit Deens onderzoek is gebleken dat zowel het stressniveau als de sterftekans bij moeders is verhoogd. Een goede verwerking en liefde van de naaste omgeving zijn van belang. Maar deze hulp kan niet altijd worden geaccepteerd omdat de pijn te heftig is. Het is in mijn praktijk mogelijk om een troostritueel te doen. Daarnaast werken we aan het uiten van en omgaan met emoties op diverse manieren en het omgaan met pijn en stress. Ook schrijven of tekenen kan helend werken. 

De dood van een kind heeft ook een effect op de relatie tussen de ouders. Deze kan sterk onder druk komen te staan door de heftigheid van de emoties. Ook spelen er soms (onbewust) schuldgevoelens een rol. Had ik maar dit gedaan of gelaten. Of had de ander dat maar gedaan. Toch biedt deze vreselijke situatie ook kansen om dichter bij elkaar te komen. Het is in dit kader ook mogelijk om samen één of meerdere gesprekken te voeren in mijn praktijk.

Kinderen die een ouder of broertje of zusje kwijt raken ondergaan vaak een ander rouwproces dan volwassenen. Voor een kind is de wereld om hem heen vanzelfsprekend. Het verliezen van een ouder kan de vertrouwde wereld doen instorten. ‘Voor altijd’ weg zijn is niet te begrijpen voor jonge kinderen. Dat is alleen te voelen. Veel kinderen ervaren dat ze van de één op de andere dag geen kind meer zijn. Er is een ‘voor’ en een ‘na’ het overlijden. Oudere kinderen en jongere kinderen rouwen op verschillende manieren. De emotionele reacties van kinderen kunnen zichtbaarder zijn dan die van volwassenen en er kan grote afwisseling zijn tussen periodes van rust en die van heftige boosheid, angst of verdriet. Maar kinderen kunnen ook weer zo tot de orde van de dag over gaan. Het is belangrijk dat zij weten dat zij over hun gevoel mogen praten. Soms denken kinderen magisch. Bijvoorbeeld hebben ze een ander kind eens dood gewenst en nu is deze dood. Er kan dan een schuldgevoel ontstaan.

Rouw in verschillende leeftijdscategorieën:

  • tot 2 jaar: kinderen weten niet wat ‘dood’ betekent. Wel voelen ze het gemis van het gescheiden zijn van een ouder en de liefde en warmte.
  • 2 tot 6 jaar: kinderen zijn bezig met wat dood is, maar beseffen nog niet wat ‘voor altijd’ is. Ze kunnen op zoek gaan of verwachten dat de ouder toch weer ‘wakker’ wordt en veel vragen over de dood. Gemis kan zich uiten in angst en verdriet, in bedplassen of ander gedrag dat past bij een eerdere leeftijdsfase.
  • 6 tot 9 jaar: de onomkeerbaarheid dringt door. Ontkenning komt veel voor, maar er kan stilletjes worden gerouwd of juist druk gedrag worden vertoond. Er kan sprake zijn van schuldgevoelens, wanneer een kind denkt dat stout geweest zijn een rol heeft gespeeld bij het overlijden van de ouder.
  • 9-12 jaar: het besef dringt door dat iedereen dood gaat. Veiligheid en geborgenheid zijn belangrijk, ondanks stoer gedrag dat soms kan worden vertoond uit onmacht en verdriet.
  • 12-18 jaar: in deze leeftijd is een kind vaak heel onzeker omdat het zijn eigen identiteit aan het ontdekken is. Een kwetsbare periode, waarin kinderen zich ook volwassen willen gedragen. Vaak zoeken ze een voorbeeldfiguur buiten het gezin, die met hen kan praten over het gevoel, of een idool.

Elk kind is anders en elk verdriet is anders. Daarom zijn bovenstaande indelingen uiteraard slechts een indicatie van hoe een kind kan reageren op een groot verlies. Geborgenheid en liefde is in elke fase zeer belangrijk. Desondanks kan er sprake zijn van regressie (terugkeer naar een eerdere ontwikkelingsfase) of parentificatie (het overnemen van de rol van een ouder door een kind). Het is van belang om kinderen de waarheid te vertellen en het kind te betrekken bij een eventueel naderend afscheid. Geef het signaal dat het ok is om verdriet te laten zien, dus uit ook je eigen emoties. Continuïteit in activiteiten en omgeving is belangrijk in het leven van een kind. Ook een kaarsje branden bij speciale dagen of een ander ritueel of symbool kan houvast geven. Wanneer kinderen toch gedragsproblemen ontwikkelen kan onder meer door middel van tekeningen worden gekeken waar de pijn zit.

Rituelen

Een ritueel is een handeling die voor de betrokkene(n) een bijzondere symbolische betekenis heeft. Denk aan het vieren van een verjaardag, het bijeenkomen op een sterfdag, of het doen van een wens bij het zien een vallende ster.

In mijn praktijk werk ik met rituelen om mensen te herdenken of om afscheid te nemen van een persoon of periode. Een ritueel kan bijvoorbeeld bestaan uit het schrijven van een brief -aan jezelf of aan iemand anders- waarin je je verdriet verwoordt en die je vervolgens begraaft of verbrandt. Een ritueel kan ook zijn het leggen van een bloem op een bijzondere plek, waar je elk jaar op dezelfde dag terug keert. Een afscheidsritueel voor of na het overlijden kan zijn het spelen van mooie muziek en/of het aansteken van een kaars.

Rituelen kunnen helpen bij het verwerken van verdriet en kunnen houvast bieden. Er is iets om aan terug te denken. Als afsluiting van een periode of als een vast moment dat je kracht geeft voor de toekomst. Als ankerpunt, een moment waarop je er helemaal bij kan stil staan, om ruimte te scheppen voor de andere dagen.

*

De bovenstaande informatie is onder meer afkomstig uit de CIVAS cursus Counseling bij depressie en rouw, de opleiding Zingeving en Spiritualiteit aan de Academie voor Geesteswetenschappen, uit boeken als Verlieskunde, Wenen om het verloren ik, Rituelen en symbolen bij sterven en rouw, Rondom de leegte en de boeken van Elisabeth Kübler-Ross.